Algemeen
Stichting Popmuziek Kerkrade gaat in 1984 onder de naam Muziek Kollektief Kerkrade van start. In januari 2004 wordt vervolgens een zelfstandige stichting opgericht met als doel belangenbehartiging van amateur-muzikanten in de Euregio en met name in de gemeente Kerkrade. Na een statutenwijziging is de naam sinds eind 2023 formeel: Stichting Popmuziek Kerkrade. Naast genoemde belangenbehartiging is de stichting verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de inmiddels 5 oefenruimtes en een zaal. De stichting is gevestigd in het Flexiforum Kerkrade en je kunt er 365 dagen per jaar repeteren. In 2024 viert het kollektief/stichting haar 40-jarig bestaansfeest. Bestuursleden zijn dan: Henk Gehring (voorzitter), Bibi Harzon (penningmeester) en Jo Janssen (secretaris, tevens initiatiefnemer in 1982). Voor meer info bel 0642058410 of mail naar info@oefenruimtes.com.
Grote behoefte
Wat niet iedereen weet, is dat het MKK één van de oudste Muziek Kollektieven in Nederland is. Hier een korte terugblik die Jo Janssen bij een eerdere gelegenheid schrijft:
“Na een (veel te) lange periode van vergaderen, lobbyen, regelen en ouwehoeren opende in 1984 het muziekkollektief Kerkrade dan eindelijk haar deuren, als vijfde soortgelijke voorziening. De eerste plannen dateerden al uit 1982. Het bleek echter moeilijk om de plaatselijke notabelen ervan te overtuigen dat een popvoorziening bestaansrecht had in Kerkrade. Dat er wel degelijk behoefte was aan een dergelijk initiatief, bleek overigens al uit het feit dat van begin af aan de beschikbare ruimte volgeboekt was.
Samenwerking
Om het risico uit te sluiten dat de noodlijdende muzikanten al overleden waren voordat ze over een oefenruimte beschikten, gooide de groep vrijwilligers het op een akkoord (let op de woordspeling) met een andere club. Het kollektief was een project dat uiteindelijk vorm kreeg onder de paraplu van de stichting mensen zonder werk. Dat was geen probleem, de meeste kunstenaars waren in die periode sowieso hulpbehoevend, dus dat paste mooi in het beleidsplan! Startsubsidies waren er van het rijk en de gemeente, de installatie bijvoorbeeld kostte 16.000 gulden en er werd het nodige vertimmerd aan de ruimte aan de Drievogelstraat, die bovendien geluidsdicht moest zijn anders kregen we ruzie met de enige buurman die we hadden, en die we overigens toch regelmatig hebben gezien. That’s rock’n roll…
Leden en lidmaatschap
Enorme bedragen gingen er in het circuit om: elke deelnemer betaalde 10 gulden aan lidmaatschap van de club, die dan wel eeuwigdurend was. Per repetitie betaalde iedere muzikant 1 gulden per uur. Een flinke ondersteuning van de artiest in spe waren de zeer betaalbare drankprijzen. Ik mag achteraf wel stellen dat een van de geheimen van het succes van het kollektief gelegen was in de uiterst gezellige after-repetitie, eh, parties. Nu niet onmiddellijk denken dat het een grote braspartij was. Dat kon ook niet, want de politie controleerde regelmatig of de openingstijden werden nageleefd. En liet die dat na, dan was er nog het automatische alarm. Jaha, 1984 dus: big brother. En anders, inderdaad, de buurman.
Toekomst
Ik zou nog de geschiedenis van de toiletgroep in detail uit de doeken kunnen doen, of de ontwikkeling van de wonderbaarlijke microfoonklemtruc, die nooit iemand gebruikte. Ook zou ik nog kunnen uitweiden over de vergankelijkheid van het bestaan als je drumstel bent, ik doe het niet, want ik wil muziek gaan maken. Kortom. Het doet mij deugd als lid van het eerste uur te mogen concluderen dat het collectief er nog steeds is, in goede gezondheid verkeert en een toekomst heeft. Daar hebben wij in 1982 toch aan getwijfeld…”
De bovenstaande tekst is aangeleverd door Jo Janssen, waarvoor dank.