Burgemeester
Mr. Cornelus Johannes Gerardus (Cees) Becht wordt geboren in Bergen op Zoom op 20 januari 1910 en hij overlijdt in Tilburg op 31 maart 1982.
Hoewel hij in meerdere steden de functie van burgemeester bekleedt, is hij vooral bekend als oud-burgemeester van Tilburg.
In 1935 vertrekt Becht naar het toenmalige Nederlands-Indië, waar hij ambtenaar binnenlands bestuur wordt. Tijdens de Japanse bezetting zit hij gevangen in verschillende kampen en gevangenissen. Van 1948 tot 1949 is hij burgemeester van Soerabaja. Terug in Nederland wordt hij in 1950 benoemd tot burgemeester van Vaals en in 1951 tot burgemeester van Kerkrade. Zes jaar later, in 1957, volgt zijn benoeming tot burgemeester van Tilburg, wat hij tot 1975 is gebleven.
Kerkrade
Hij krijgt te maken met de na-oorlogse woningnood. In deze periode wordt de aanzet gemaakt tot de bouw van de flats in het Rolduckerveldwoningbouw Rolduckerveld, Aan het einde van het eerste WMC doet hij de uitspraak: In elk geval zal dit concours wel niet het laatste zijn, dat in Kerkrade werd gehouden. Een understatement, blijkt achteraf.
Tilburg
In 1959 presenteert Becht het ‘Achtjarenplan’ of ’72-miljoen-plan’, dat onder meer voorziet in grootschalige veranderingen in het centrum van Tilburg. Het centrum moet beter ontsloten worden voor het autoverkeer door middel van vierbaanswegen. Bovendien moet het centrum een grotere regionale uitstraling krijgen. Het centrum wordt ingrijpend veranderd en vele markante en historische gebouwen worden gesloopt, waaronder het monumentale 19e Eeuwse stadhuis en het oude station. Hele straten worden gesloopt en vervangen door grootschalige hoogbouw volgens plannen van het architectenbureau Van den Broek en Bakema. Veel Tilburgers zijn het met deze rigoureuze aanpak niet eens en geven Becht de bijnaam Kees de Sloper.
Foto’s

Verder
|
Officieel heette het in 1951 nog Internationaal Muziek Concours. Een andere uitspraak van Becht: “Laat d´r Joehan maar fietsen.” Een compliment aan het adres van Johan Scholtes.